In de klas zegt de juffrouw, "Er zitten tien vogeltjes op de draad, ik schiet er één vanaf dus... tien min één is negen".
"Neen.", zegt Jantje. "Uw geweer maakt zoveel lawaai dat alle andere vogeltjes gaan vliegen".
"Nou, nou Jantje", zegt de juffrouw. "Tien min één is negen, maar ik hou wel van de manier waarop je denkt".
"Ach", zegt Jantje, "zulke vragen kan ik ook stellen".
"Oh ja",vraagt de juffrouw, "stel dan maar eens zo'n vraag".
Jantje denkt eventjes na en stelt volgende vraag : "Juffrouw, in het park zitten drie vrouwen op een bank. Ze hebben alle drie een ijsje vast. De éne likt eraan, de tweede bijt erin en de derde zuigt eraan. Wie van de drie is getrouwd ?".
De juffrouw slaat rood uit en stottert ...
"Eh, ik ... ik ... eh, ik denk diegene ... die eraan zuigt".
"Wel neen", zegt Jantje.
"Het is diegene die een trouwring draagt, maar ik hou wel van de manier waarop u denkt."