Eerst en vooral: DRC (digtal room correction) is géén wondermiddel. Zware akoestiekproblemen los je daarmee niet op. Zo kan DRC er niet voor zorgen dat een hifi-installatie ineens wonderbaarlijk goed klinkt in een badkamer.
Waar DRC welk kan helpen, is met de afregeling van de overgang tussen hoog en laag, zeker als dat gescheiden systemen zijn die op elkaar afgestemd moeten worden. En daarbij natuurlijk ook timingproblemen verhelpen. Een miniDSP is voor doe-het-zelvers. Een Lyngdorf voor mensen die beslist niets zelf willen doen of in elkaar steken, maar de prijs er is ook wel naar.
Uit kleine luidsprekers haal je nooit een vol en rijk geluid, en zet je er een sub bij dan verbetert het sublaag maar krijg je een gat tussen de hoogste noten van een sub en de allerlaagste noten van de bookshelfs. Een sub helpt dus waar dat verschil zo klein mogelijk is, dan krijg je een vrijwel naadloze overgang. Veel moderne actieve subs kunnen zelf hun afregeling doen met een meetmicrofoon en hebben daarvoor een soort DSP/DRC ingebouwd. Meestal beperkt die meting zich tot het laag en worden eventuele fouten in het hoog niet gedetecteerd of opgelost.
Wat mensen vaak vergeten is dat een sub alleen werkt voor het sublaag en dat wil zeggen onder de 100 Hz. Als je dat combineert met luidsprekers die zelf maar tot 200 Hz of zo kunnen weergeven en daarna scherp afvallen, dan krijg zo'n gat in de weergave dat je ook niet met DRC kunt oplossen. Laten we zeggen dat je de crossover van een sub op 80 Hz zet. Dan moeten je luidsprekers die 80 Hz zelf nog ±3 dB kunnen doen, wil je geen gaten in het laag hebben. En hoeveel bookshelfs ken je die dat nog halen? Dan kom je weer bij de grotere exemplaren terecht. En vergeet niet dat veel luidsprekers volgens hun specificaties 20 Hz bij ±3 dB halen, maar dat is gemeten in een akoestisch compleet dode kamer met een microfoon op 1 meter afstand van de luidspreker. Ja, daar hoeft hij niet hard voor te werken om dat te halen. Een tweeter kan bij wijze van spreken zijn conus ook wel 30 keer per seconde heen en weer laten bewegen en je kunt dat ook meten, maar niet horen of voelen omdat de conus veel te klein is en die dus de benodigde luchtdrukverschillen niet kan produceren.
Bij subs zit je bovendien ook nog met het probleem dat de meeste voor homecinema-gebruik bedoeld zijn. Dat wil zeggen: voor films. Dat vereist een heel ander soort sublaag omdat het meer explosief is. Voor muziek wil je een subwoofer die NOTEN kan spelen in het sublaag, zoals de laagste noten van een piano, contrabas of de voetpedalen van een orgel. En die zijn dus duurder.
Een andere aanpak is degene die ik gevolgd heb: een laagsysteem dat kan werken tot zo'n 200 à 300 Hz en een hoogsysteem dat alleen daarboven hoeft te werken. Maar zo'n laagsysteem is véél moeilijker goed voor elkaar te krijgen dan een subwoofer. En je ontkomt er niet aan dat je voor echt goed laag een grote conus nodig hebt. Tenzij het weer voor films is, dan volstaat een kleinere conus maar die 10 cm of meer heen en weer kan bewegen. Dat is dan wel nefast voor muzieknoten. Een grotere conus kan minder diep heen en weer bewegen, maar kan door zijn grootte de benodigde luchtdrukverschillen verzorgen en door de conus zo licht en toch zo stijf mogelijk te maken, kun je ook prima de fijnste details in dat laag gaan weergeven.
Allemaal dingen om eens over na te denken, zou ik zo zeggen...