Niet schrikken, natuurlijk gaat deze column niet over de lezers van deze site. Mensen die niet geïnteresseerd zijn in onze muziek en audiohobby hebben op hier immers niks verloren? Maar zoals het mij regelmatig opvalt zal het bij jou niet veel anders gaan. Ik ken namelijk best veel mensen in mijn dagelijkse omgeving, familie, vrienden, collega’s, die, ondanks mijn immer getoonde enthousiasme over mijn muziek en audiohobby, die er niks over hebben voor (een beetje) fatsoenlijk geluid in hun woonkamer. En als ze het zelf wel willen ligt een partner wel dwars: ‘Mijn vrouw wilde de luidsprekers de kamer niet meer in hebben na de verbouwing’, of: ‘De woonkamer is geen studio!’.
Een luidspreker is geen mooi meubel?
Gek, grote en kleine meubels, die er alleen maar staan, waar je hooguit wat in kunt verbergen, zijn nooit een probleem. Een paar echte luidsprekers die dagelijks de oren verwennen? Geen denken aan, die lelijke dingen in de kamer!Audio moet in het gros van de moderne huishoudens zo goed als mogelijk onzichtbaar zijn en bekabeling mag er helemaal niet te zien zijn (‘Wat moeten die tuinslangen daar?). Met een beetje mazzel mag er een soundbar onder de flatscreen, maar het liefst wel draadloos!Hoe vaak dient de moderne woonkamer niet domweg als kille showroom, met galmende akoestiek, ingericht om de ogen te plezieren, niks meer…brrrr…Zou dit de reden zijn dat de markt de laatste jaren is overspoeld door excessief veel merken en types dure tot extreem kostbare hoofdtelefoons… Ieder in zijn eigen cocon met z’n eigen personal muziek en beeld op de tablet, lekker gezellig en sociaal…
Toen ‘t nog wel mocht…
Vroeger was alles echt niet alles beter maar in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, inderdaad, de gouden eeuw van de audio, waren grote audioapparaten en grotere luidsprekers in bijna geen enkel huis een issue, die stonden daar gewoon.Ik werkte destijds bij een onderdeel van Philips en was tussen de middag regelmatig in de personeelswinkel te vinden. Medewerkers van Philips kochten vaak ook Philips Tv’s en audiospullen. Het was nog in de tijd dat Philips mooie luidsprekerunits maakte en luidsprekersystemen die bepaald niet als compact konden worden aangeduid. Of het moest een MFB-systeem zijn…
Hondenhokken
Toch klinken de grote hondenhokken met grof geweven donkerbruine doekfront met het Philips logo, dankzij het forse formaat, de kwaliteit en het formaat van de luidsprekerunits, die ook nog eens een heel fijn rendement hebben, nog steeds opvallend goed. Philips gebruikte geen wegterende foamranden rond de conussen, maar degelijk rubber. Zie je eens zo’n paar Philips luidsprekers, hoe groter hoe beter, in de kringloop of rommelmarkt voor een paar euro, gewoon arresteren. Schroef het luidprekerfilter eruit, vervang de oude gaar geworden bipolaire elco’s voor MKP-condensatoren, soldeer nieuwe bedrading in de kast en verbaas je… Voor een habbekrats een echte luidspreker in huis! Ook de klassieke B&W DM2a en Kef RR104’s uit die jaren zijn nog steeds geliefd. De DM2a kon ik zelf destijds niet betalen, dat werd dus een paartje DM4, waar ik lang plezier van heb gehad. Bij zowel de DM2a als de DM4 wel even opletten of de STC supertweeter het nog doet. Die zijn regelmatig uitgebrand dank zij het veel te enthousiast gebruik van de loudness en klankregelaars op de versterkers van dezelfde generatie. De DM2a is wel hongerig door het lage rendement die de compacte (relatief gezien) transmissionlijn heeft. Maar goed gebruikt zul je wederom verbaasd zijn over de weergavekwaliteit die destijds fameuze DM2a je kan geven.
Goliath door David de deur uit geknuppeld
Hoeveel van die Philips, B&W, IMF (heerlijk!), Quadral Titan (groot!), Infinity of Kef luidsprekers, om er maar een paar te noemen, zijn later op aandrang van de vrouw des huizes niet ingeruild tegen de roemruchte Bose melkpakjes, gehersenspoeld door de enorme marketingcampagne. Waarbij de aanschaf niet zelden meteen het eind betekende van het plezier naar het luisteren van ’s mans favoriete muziek. Want dat ebde daarna vanzelf snel weg.Waar is het eigenlijk mis gegaan? Waar zijn we van het padje geraakt? Waarom gaat in de moderne huizen de vorm vaak royaal voor functie? Leefbaarheid minder belangrijk dan uiterlijk vertoon? Het hoeft toch niet, het kan toch ook goed samengaan?
Weinig mooiers toch dan een echte luidsprekers?
Ieder mag er een andere mening op nahouden. Afgelopen show in Krefeld viel het voor de zoveelste keer ook weer op: een groot luidsprekersysteem geeft me meer het gevoel van ‘er bij te zijn’. En nog sterker: het meest klassieke luidsprekersysteem dat ik daar heb mogen horen was een grote multicel hoornsysteem met baskasten met 38 cm woofers eronder. Onze oosterbuur Marcus Klug maakt exacte kopieen van de aloude Altec Multicel middentoon hoorn. Misschien net wat te groot voor onze huiskamers maar man, wat maakt dat heerlijke muziek. Met een dusdanig hoog rendement dat met een kleine maar fijne versterker de ruimte met speels gemak wordt gevuld.Wat is het dan behelpen met het leeuwendeel van de bekende zuiltjes met miniwoofertjes. Natuurlijk ga ik hier bewust een beetje kort door de bocht, er zijn zeker prima kleinere luidsprekers en even zoveel hoornsytemen blazen vermoeid toeterend in de luisterruimte in met een hotspot van slechts enkele millimeters. Maar goed gebouwde hoornsystemen? Dat is een ander verhaal. Dat is avontuur! De ervaring heeft me met name afgelopen jaren geleerd dat de klassieke luidsprekers me het meeste avontuur geven.
Klipsch Cornwall
Neem nou eens die butlelijke Klipsch Cornwall kasten die bij Marco in huis staan (niet de exemplaren op de foto). Toevallig tegenaan gelopen als inruiler. Gebutst en getekend door jarenlange arbeid in een Rotterdams theatertje, lelijk zwart gerold om niet op te vallen. Maar allemachtig, wat werd ik overdonderd door de weergavekwaliteit toen ik ze voor het eerst bij Marco ging luisteren. Ineens maakt het uiterlijk niet meer uit. “Nooit meer van de hand doen”, fluisterde ik. Deze 1982 Klipsch Cornwall’s horen inmiddels bij de inboedel van Audio-Creative en dienen naast het luisterplezier dat ze geven als referentie voor onze zelfbouwactiviteiten. Dat die zelfbouwsystemen zich langzaam maar zeker steeds meer toe zijn gaan spitsen op de hoog rendement klassieke hoorn, lijkt me wel duidelijk.Zonder fatsoenlijke referentie dwaal je gemakkelijk van het rechte pad af. Ik ken ze ook wel, de fabrikanten die nooit spullen van concullega’s luisteren alleen de dingen van hunzelf. Al het andere deugt immers niet?
Luisteren is ook een kunst
Dat is pure kul. Of iedere luidsprekerontwikkelaar een lulletje rozenwater op zijn vakgebied is en er alleen maar rommel wordt geproduceerd. Juist door het luisteren naar veel andere luidsprekers kun je leren. Evolutie is kijken (en luisteren) naar het verleden, daar de sterke dingen uit filteren en daarop verder bouwen en beter proberen te maken met de technische mogelijkheden van nu.Een oude wijze spreuk zegt: ‘Als je praat vertel je dingen die je al weet, als je luistert kun je nieuwe dingen leren…”
BRON: Audio Creative 04-11-2017