Dit gaat over behuizingen die anders zijn dan de drie bekendste: een gesloten kast, basreflex- en transmissielijnkast.
Veel fabrikanten dromen over een puntbron. Met gescheiden tweeters, midranges en woofers kan dat niet. Maar een concentrisch gemonteerde tweeter in een midwoofer zoals KEF en Tannoy dat doen, maakt er wél een puntbron van.
Zoiets:
Een andere methode is een lijnarray, waarbij een verticale rij van midrange en tweeters een lijnbron zijn waardoor je zowel zittend als staand hetzelfde geluid krijgt. Dat ziet er zo uit:
Hier worden ribbon tweeters gebruikt. Omdat maar liefst twaalf midrange speakers tegelijk werken, krijg je in feite een enorme membraanoppervlakte waardoor je de laagste bassen zonder sub en met vrij weinig vermogen kan weergeven.
Die lijnarrays kunnen overigens ook "open baffle" (zonder kast) of dipool zijn:
Dit is links de achterzijde en rechts de voorzijde.
Als je zo'n luidspreker langs achter bekijkt, zie je natuurlijk de achterkant van alle luidsprekerdrivers.
Voor een demo is zo'n open baffle lijnarray heel geschikt, omdat er publiek voor en achter de luidsprekers kan zitten. Met open baffle kan dat, maar dan is voor de luisteraars aan de achterkant links en rechts verwisseld. Bij een demo zal hen dat mogelijk niet opvallen.
Andere voorbeelden van lijnbronnen zijn elektrostaten, magnetostaten en full ribbons:
Audiostatic ES-300 elektrostaten
Magnepan 20.7 magnetostaten
Apogee Duetta Signature full-ribbon
Deze vormen van lijnbronnen zijn "open baffle" of dipolen: er is geen kast waarin ze gesloten zitten en dus ook geen kastkleuring. Maar doordat ze zowel naar voren als naar achteren uitstralen, vereisen ze veel meer aandacht aan opstelling en akoestiek om ze echt goed te doen klinken. Voor bassen heb je grote panelen nodig, maar ook hier kan een sub zorgen voor de laagste bassen terwijl je je panelen dan wat "vrouwvriendelijker" qua grootte en omvang kunt houden...
Ook met gewone conusluidsprekers worden open baffle principes geprobeerd. De bekendste zijn die van Linkwitz Audio:
Dit is een Linkwitz LX521.4 open baffle vierwegsysteem met tweeter, midtweeter, midrange en dubbele dipool woofer
Jamo R909 Reference, ook een open baffle driewegsysteem.
Maar dat zijn dus geen puntbronnen en ook geen lijnbronnen.
Dan heb je nog hoornluidsprekers. Omdat die een akoestische kegel gebruiken, versterken ze het geluid. Afhankelijk van het soort hoorn en het materiaal waaruit die gemaakt is, kan zo'n geluid blikkerig klinken. Het vereist dus een heel goed ontwerp om een natuurlijk geluid te laten horen. Hoornluidsprekers hebben meestal een héél hoog rendement zodat ze met heel weinig vermogen aangestuurd kunnen worden. Je kunt hoorns gebruiken voor zowel het hoog, het midden als het laag. Maar vaak kiest men voor een hoorn voor hoog en midden en een gewone woofer zonder hoorn voor het laag.
Nog een andere: een Opera Consonance M25-20th:
En dat laag kan dan weer open baffle om meer ruimtelijkheid te scheppen:
Al die luidsprekersystemen hebben hun voor- en nadelen. En hoe ze klinken bij jou thuis is voor 99% afhankelijk van hoe ze opgesteld kunnen worden en de akoestiek van de ruimte waarin ze moeten spelen.
Uitproberen is dus de boodschap.