Auteur Topic: Platenspelernieuws  (gelezen 3545 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline BlackMonk

  • Global Moderator
  • Hero Member
  • *****
  • Berichten: 3849
  • Hifi = apparatuur (wetenschap!) + muziek (emotie!)
  • Locatie: Hasselt
    • ZenAudio Forum
Re: Platenspelernieuws
« Gepost op: 17 juni, 2018, 20:26:11 »
Platenspelers: wat en hoe?

door Michiel Van Zaane, 15 mei 2016

Op dit moment zijn platenspelers weer ‘hot’. Na jaren waarin alleen hobbyisten en DJ’s met die grote zwarte schijven zeulden, maakt vinyl een (kleine) terugkeer. Leuk, maar voor mensen die geen ervaring hebben met platenspelers levert dat ook veel vragen op. Welke platenspeler is goed? Kan ik er zomaar een van marktplaats kopen? Hoe werkt dat? Waar moet ik op letten? Wat is een goede prijs?

Ik ga proberen een aantal vragen te beantwoorden. En wie ben ik dan wel dat ik denk dat ik er iets vanaf weet? Ten eerste ben ik een echte nerd als het om geluidsapparatuur gaat. Ten tweede ben ik opgegroeid met platen, toen ik muziek ging kopen waren er nog geen CD’s, laat staan downloads of streaming media. Dus ik heb veel praktijkervaring en ook theoretische kennis. Laat het duidelijk zijn dat er mensen zijn die nog veel meer weten dan ik, ik pretendeer geen goeroe te zijn. Maar ik denk wel dat ik beginnersvragen kan beantwoorden.


Waarom?

De eerste vraag is: waarom zou je in godsnaam nog platen draaien? Ze krassen, tikken en ruisen, je moet opstaan om ze om te draaien, naalden kunnen stukgaan, ze kunnen overslaan etc. Klinken ze dan zo geweldig? Dat is een omstreden onderwerp. Volgens sommige liefhebbers klinkt een plaat ‘analoog, warm, muzikaal’. Anderen wijzen op de slechte meetcijfers en stellen dat digitale media veel beter zijn. Laat ik het erop houden dat een goede platenspeler, op de juiste wijze neergezet en afgesteld, erg goed kan klinken. Bovendien heeft het opzetten van een plaat, het schoonmaken van de naald en het borstelen van de plaat, een bepaalde (nostalgische) magie die digitale media niet hebben. Bovendien heb ik nog een kleine 1.000 LP’s staan met muziek die ik niet zo makkelijk kan vinden…



Goed, je wilt een draaitafel (of platenspeler, of pick-up) kopen. Simpel gezegd bestaat een draaitafel uit drie delen: het draaiende gedeelte (plateau en motor), de arm en het element. Daarnaast heb je nog een versterker nodig met een ‘phono-ingang’, hoewel er tegenwoordig ook draaitafels zijn waar die ‘phono-versterker’ al is ingebouwd. Die kun je op je gewone versterker aansluiten. Daarover later meer.

Verder zijn er volledig handbediende draaitafels, halfautomatische en automatische. Bij een handbediende draaitafel doe je alles zelf: je start het plateau, zet de naald boven de plaat en laat hem zakken. Aan het einde van de plaat zet je de arm weer omhoog, haalt hem terug en zet het plateau stil. Bij een halfautomaat start je de platenspeler en laat je de naald zelf zakken, maar aan het einde van de plaat zorgt de platenspeler zelf dat het element omhoog gaat en de arm teruggaat naar de startpositie. Bij een volautomatische draaitafel gaat alles vanzelf: een druk op de knop en plaat gaat spelen, aan het einde komt de arm weer terug. Het omdraaien van de plaat moet je helaas wel zelf doen…

Hoewel een volautomaat ideaal lijkt is er ook de grootste kans op storingen. Check daarom voor de koop of hij goed werkt. Repareren is uiteraard mogelijk, maar kost geld. Naar mijn idee is een halfautomaat de beste keuze: minder kans op storingen maar doordat de naald aan het einde van de plaat vanzelf omhoog komt is slijtage aan naald en plaat uitgesloten mocht je in slaap zijn gevallen of andere nuttige dingen aan het doen zijn.

Het bewegende gedeelte

Laten we beginnen met het draaiende gedeelte. Je legt de plaat op het plateau, waarna plateau en plaat op de juiste snelheid (voor een langspeelplaat (LP) 33,3 toeren per minuut) gaan draaien. Het plateau draait door een elektromotor. Die motor kan op drie manieren verbonden zijn met het plateau: rechtstreeks (‘direct drive’), met een rubber (of soms een nylon) snaar (‘snaaraangedreven’) of met een wieltje tussen de motor en het plateau (‘tussenwiel’).

Is de ene manier beter dan de andere? Mwah. Directe aandrijving heeft als voordeel dat het snaartje niet uitrekt of verdroogd en als alles goed werkt en door de fabriek goed is ontworpen en gebouwd op de juiste, constante snelheid draait. Een nadeel kan zijn, vooral bij goedkopere draaitafels, dat trillingen van de motor doorgegeven worden aan het plateau en hoorbaar worden als een soort rommelige lage toon. Dat wordt ‘rumble’ genoemd.

Bij een snaaraangedreven draaitafel komen de trillingen niet bij het plateau terecht, want de snaar geeft die trillingen niet door. Een nadeel kan zijn dat de snaar uitrekt of verdroogd, waardoor het geluid begint te janken en vals gaat klinken. Nieuwe snaren zijn nog te krijgen voor de meeste draaitafels, de kosten liggen meestal zo rond de 20 euro.

Ten slotte zijn er de tussenwielaangedreven draaitafels. In theorie een goed idee, hoewel een tussenwiel ook kan uitdrogen en alsnog kan gaan janken. Naar mijn smaak (let op, dit is mijn mening, dus jij kan er anders over denken) is dit geen goede oplossing. De afgelopen jaren is een aantal tussenwielaangedreven draaitafels erg populair geworden in ‘audiofiele’ kringen (Garrard 301 en 401, Thorens 124, Lenco 75 en 76) en ze gaan dan ook voor behoorlijke prijzen weg. Ik heb er een aantal beluisterd en ik word er niet enthousiast van. Naar mijn smaak is de ‘rumble’ waar ik het eerder over had goed hoorbaar. Anderen horen het niet, dus misschien heb ik vooroordelen en kan ik gewoon niet objectief luisteren,

Dus wat is het beste systeem? Ik denk dat, mits goed uitgevoerd en in goede staat, de verschillen voor gewone mensen die muziek willen horen verwaarloosbaar zijn. Over het algemeen gesproken zijn snaaraangedreven draaitafels technisch/elektronisch gezien wat eenvoudiger gebouwd, dus makkelijker te onderhouden en te repareren indien nodig. Nadeel is dat de snaar om de zoveel tijd vervangen moet worden.

De arm




De arm is het lange gedeelte dat boven de plaat zweeft en dat ervoor zorgt dat het element en de naald de muziek uit de groeven haalt. Eigenlijk zijn er twee smaken armen: de meest voorkomende is de enkel opgehangen arm, waarvan alleen het uiteinde beweegt, en de lineaire of tangentiale arm, waarbij de hele arm over de plaat beweegt.

De ‘gewone’ arm (90% of meer van alle draaitafels) kan recht zijn of een bocht hebben (de S-arm of een J-arm, afhankelijk van de vorm). De arm is aan de achterkant zo soepel mogelijk op de platenspeler bevestigd, vaak met lagertjes. Dat is belangrijk omdat de naald zo weerstandsvrij mogelijk door de groeven moet kunnen glijden, zonder tegengewerking van de arm. Het grootste nadeel van dit soort armen is de ‘fouthoek’. De naald moet zo recht mogelijk in de groeven staan, maar doordat de arm van het begin tot het einde van de plaat van hoek verandert, staat de naald eigenlijk maar op een of twee punten recht in de groef. Bij een goed afgestelde arm is dat nauwelijks hoorbaar, maar bij een slecht afgeregelde arm kan dat erg slecht klinken (hier kom ik nog op terug bij het hoofdstuk over afstellen).

De lengte van de arm is ook een belangrijke factor bij de grootte van de fouthoek. Hoe langer de arm, hoe kleiner de fouthoek. Maar ja, dan moet de draaitafel ook groter worden. De gemiddelde arm is rond de 220 mm lang. De langere armen zijn soms wel 300 mm lang. Behalve de grotere draaitafel betekent dat ook dat de arm zwaarder wordt en de resonantiefrequentie (= de toon waarop de arm mee gaat trillen, en dat wil je niet) lager wordt en eerder kan ontstaan.

Zijn er dan geen armen die die nadelen niet hebben? Ja, de lineaire of tangentiale arm. Deze beweegt helemaal mee over de plaat, dus de fouthoek is 0. In theorie dan. Ik zal het niet te technisch maken, maar het maken van een écht goede tangentiale arm is een vak apart, waar bovendien nogal wat techniek (en dus geld) in gaat zitten. Bij goedkope(re) draaitafels zou ik voor een gewone arm gaan. Als geld geen rol speelt zou ik serieus naar tangentiaal gaan kijken.

Het element (en de naald)



In het element wordt de beweging van de naald in de groeven omgezet in een elektrisch signaaltje, dat naar de versterker gaat. Het element en de naald zijn een kwetsbaar stukje mechaniek, dus wees altijd voorzichtig als je daarmee gaat spelen.

Er zijn twee soorten elementen (en nog een paar exoten, die laat ik even zitten): een MD (Magneto-Dynamisch)- of MM (Moving Magnet)-element en een MC (Moving Coil)-element. In een MD- of MM-element beweegt een magneetje en zitten de spoelen vast. Bij een MC-element bewegen de spoelen binnen een vaste magneet.

Omdat het magneetje zwaarder is dan de spoel lijkt het logisch om de magneet vast te zetten en het spoeltje te laten bewegen, zoals in een MC-elelement gebeurt. Op papier is dat de mooiere oplossing, maar er zit (uiteraard!) een nadeel aan. Het elektrische signaal is heel erg klein, zo tussen de 0,2 en 0,8 millivolt in. Om dat signaal te versterken heb je een hele gevoelige versterker nodig, die meestal een beetje ruis oplevert. Het signaal van een MD- of MM-element is wat groter, zo tussen de 2 en 5 millivolt, dus makkelijker te versterken.

Een voor beginners belangrijker verschil is dat je de naald van een MD- of MM-element zelf kunt vervangen, voor de meeste elementen zijn losse naalden te kopen. De naald van een MC-element kun je niet zelf vervangen, dat is een duur en gespecialiseerd klusje. Als je daarbij optelt dat je vanaf een euro of 30 een nieuw en goedklinkend MD-element kunt kopen raad ik je aan te beginnen met een MD- of MM-element. Als je verder wilt met platen kun je altijd nog meer geld gaan uitgeven.

De naald zelf is bijna altijd een diamantje met een zogenaamde elliptische vorm: enigszins puntig om ze diep mogelijk in de groef te kunnen komen. Er zijn ook sferische naalden, die een rondere vorm hebben en meer geschikt zijn voor gooi- en smijtwerk: scratchen zoals DJ’s doen bijvoorbeeld. Over het algemeen kun je zeggen dat hoe puntiger de naald is geslepen, hoe beter hij klinkt. Uiteraard hebben dat soort naalden dure namen (Fine Line, **** Line, Shibata etc.) en dito prijzen.

Dat hele puntige miniscule naaldje weegt uiteraard bijna niets. De naaldkracht, dus de kracht waarmee het naaldje op de plaat drukt, is meestal tussen de 1 en de 3 gram. De fabrikant geeft op wat de optimale naaldkracht is, die je dan met de arm afstelt (niet schrikken, komen we op terug). Maar ondanks het lage gewicht kan een naald behoorlijk wat schade aanrichten aan je plaat. Vergelijk het maar met een dame op hoge hakken: als ze daarmee op je tenen staat voelt dat heel anders dan wanneer ze sportschoenen aanheeft…. Als je de naald bij het opzetten van de plaat laat vallen, bestaat de kans dat je de groef beschadigt. Dat is hoorbaar als een tik. Er kan ook een kras ontstaan, een tik die heel regelmatig terugkomt. In het ergste geval is de kras zo diep dat de naald ‘uit de bocht vliegt’ en letterlijk naar een andere groef springt, daarbij nog meer schade aanrichtend. Of hij blijft ‘hangen’ op hetzelfde punt van de plaat. Dat is erg vervelend, maar erger is het als de naald afbreekt of de het dunne metalen buisje waar de naald aan vastzit verbuigt. Dan zul je een nieuwe naald moeten kopen en bevestigen.

Naalden slijten, hoe paradoxaal het ook klinkt, ook door gewoon te spelen. Je zou denken dat zo’n keiharde diamant niet slijt, maar dat is helaas niet waar. Nu duurt het wel lang voor een naald helemaal versleten is: bij goed gebruik en een goede afstelling tussen de 1500 en 2000 uur. Hoe merk je dat een naald is versleten? Met name de hoge tonen in de muziek gaan scherp klinken en er zit een vervormd geluid in. Helaas kan dat ook betekenen dat de naald erg vies is (dat kun je zelf schoonmaken) of dat de plaat versleten is. Want ja, de naald slijt, maar de plaat ook (‘grijsgedraaid’) . Of de afstelling van de draaitafel is niet goed. Maar als je draaitafel altijd goed heeft geklonken en ineens niet meer is de kans groot dat je naald vies is (dat kun je zien: als er een bol stof aan zit, is het tijd voor de schoonmaak) of dat de naald versleten is. Dat laatste is helaas niet met het blote oog te zien. Er zijn speciale microscopen, maar zelfs dan is het moeilijk te zien. Als na goed schoonmaken van de naald het geluid nog steeds slecht is, ben ik bang dat je je portemonnee moet trekken. He, JIJ wilde een platenspeler

Op een andere manier zijn er ook twee soorten elementen: elementen met een ‘normale’ bevestiging, met twee schroefjes aan het uiteinden van de arm (de ‘headshell’) en de T4P-bevestiging. De bevestiging met twee schroefjes heet ook wel Retma of 1/2”. Het vastmaken van een element met deze bevestiging is wat meer gepriegel en geeft meer kans op een scheve houding. T4P is in de jaren ’80 ontwikkeld om het vervangen van elementen door particulieren veel makkelijker te maken. Vooral Japanse fabrikanten hebben er gebruik van gemaakt. Toch heeft deze manier van bevestigen nadelen: de keuze is beperkt en de je kunt vaak een aantal essentiële factoren niet zelf instellen, dat is al in de fabriek gedaan. Mijn voorkeur gaat uit naar een ‘normale’ bevestiging, maar een T4P-element hoeft zeker niet slecht te klinken!




De versterker

Zoals ik eerder al zei, is het elektrische signaaltje uit een platenspeler erg klein: afhankelijk van het element 0,2 tot 5 millivolt. In oude(re) versterkers, zo tot en met de jaren ’90, zit bijna altijd een phono-versterker ingebouwd, bij duurdere versterkers zelfs met een MC-stand. Daarna verdwenen ze bij veel versterkers, hoewel ze nu bij sommige versterkers weer terugkomen. Maar als jouw versterker geen phono-ingang heeft, geen nood. Er zijn losse phono-versterkers te koop, variërend in prijs van 25 euro tot duizenden euro’s. Dat zijn meestal compacte doosjes die je tussen je platenspeler en je versterker aansluit. De allergoedkoopste versterkertjes werken wel, maar ik adviseer om Marktplaats af te struinen naar iets betere versterkers: de NAD PP-x serie, een Rotel RQ-970, Dynavox of Pro-ject. Dat zal je tussen de 50 en 100 euro kosten, maar je kunt ze waarschijnlijk voor hetzelfde bedrag weer verkopen als je platen toch niet zo geweldig vindt.

Je kunt ook een andere, ‘vintage’ versterker kopen waar al een phono-ingang opzit. Vanaf een euro of 50 koop je een hele fatsoenlijke versterker. Er zijn wel een paar punten om op te letten bij een oudere versterker, daar kom ik in een ander hoofdstuk op terug.

Als je eenmaal een geschikte versterker hebt, is het tijd de platenspeler aan te sluiten. Je stopt de pluggen van de draaitafel in de phono-ingang (rood in rood, wit in wit). Vergeet niet de aardedraad te verbinden! Dit is een losse draad die uit de draaitafel komt. Deze moet verbonden worden met een schroef op de achterkant van de versterker. Meestal staat daar het woord ‘Earth’ bij, of het volgende tekentje:



Zorg dat het draadje en de schroef goed contact maken, anders kun je een vervelende brom krijgen. Sommige draaitafels hebben geen aardedraad, in dat geval niet aansluiten dus. Mocht het dan toch brommen, moet je ergens een metalen punt van de draaitafel, het liefst bij (maar niet aan de arm zelf) de arm in de buurt, alsnog met een draadje verbinden met het schroefje op de versterker. In een enkel geval heeft de draaitafel een aardedraad maar bromt-ie toch, ondanks dat je het draadje keurig op de versterker hebt aangesloten. Probeer in dat geval het draadje los te maken en kijk of de brom verdwijnt. Als de brom verdwijnt: prima, aardedraad gewoonlos houden. Als de brom dan nog blijft, zit er ergens in de draaitafel zelf of in de versterker iets niet goed

Dan zijn er nog draaitafels met een ingebouwde voorversterker. Over het algemeen zijn dat goedkope, plastic prullen die gebruikt worden om je platen te digitaliseren. Bekende/beruchte merken zijn Lenco, Akai en Ion. De 60 euro die die dingen nieuw kosten zijn weggegooid geld. Ze klinken vreselijk en kunnen je platen behoorlijk beschadigen. In de winkel laten staan dus!

Een stapje hoger is bijvoorbeeld een Denon DP-29F. Dat is een fatsoenlijke start, hoewel het goedkoper en beter kan als je tweedehands wat geluk hebt en weet wat je doet. Na het lezen van dit artikel dus.

Opstellen, afstellen en onderhoud

Je hebt een platenspeler gekocht en nu ga je hem thuis neerzetten. Dan is er meteen al een aantal zaken om op te letten. Zet hem bij voorkeur niet op andere apparatuur maar op een eigen plank. Zorg dat-ie waterpas staat (of in ieder geval recht op het oog) en niet in de zon. Zorg dat-ie ook uit de buurt staat van apparatuur met veel RF-straling: TV’s, magnetrons, PC’s/laptops, mobiele telefoons en modems/routers. Maar ook weer niet te ver van de versterker, want hoe langer de kabel is die naar je versterker gaat, hoe meer kans op storing.

Eindelijk heb je dan een plek gevonden en de draaitafel staat recht op het oog, of nog beter: de waterpas is het met je eens. Nu zijn er vier dingen om af te stellen: de fouthoek, dus of het element wel recht bevestigd is, de naaldkracht, de dwarsdrukcompensatie (ook wel ‘anti-skating’ genoemd) en de VTA: Vertical Tracking Angle.

Laten we als eerste naar de naaldkracht kijken. Die wordt bepaald door het contragewicht aan het einde van de arm. Door daaraan te draaien beweegt het gewicht naar voren of naar achteren. Als het gewicht naar voren schuift, neemt de naalddruk toe, als je hem naar achteren schuift/schroeft wordt de naaldkracht minder.



Het contragewicht bestaat uit twee delen: het zware deel en een ring aan de voorkant, waar een een verdeling in grammen op staat. Om de naaldkracht af te stellen moet je hem eerst op ‘0’ zetten. Haal de arm uit de steun en zet de ‘antiskating’ op nul (zie onder). Draai het gewicht net zo ver naar achter tot de arm zweeft, dus niet naar beneden zakt maar ook niet omhoog komt. Draai nu de losse ring zonder het gewicht te bewegen totdat de 0 precies op het streepje op de arm staat. Draai nu gewicht én ring tegelijk naar voren totdat het juiste gewicht op het streepje staat. Dat juiste gewicht wordt door de fabrikant van het element opgegeven en ligt waarschijnlijk tussen de 1 en 3 gram.

Nadat je de naaldkracht hebt ingesteld, stel je de antiskating in. Dit is een zijwaartse druk die voorkomt dat de arm naar binnen wordt getrokken de naald krom komt te staan. De antiskating stel je meestal in met een liggende draaiknop met een schaalverdeling tussen de 0 en 3 (of zoiets). Stel de antiskating in op dezelfde waarde als de naaldkracht, dus als je de naaldkracht hebt ingesteld op 2 gram, stel je de antiskating ook in op 2.



In sommige gevallen stel je de antiskating in met gewichtjes aan een draadje. Kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing van de betreffende draaitafel.

Dan is er de VTA, de Vertical Tracking Angle. Als we de theorie even laten voor wat het is komt het erop neer dat de arm recht boven de plaat staat, dus als je van opzij kijkt loopt de arm evenwijdig aan de plaat. Daardoor staat de naald onder precies de juiste hoek op de plaat.

In de praktijk is de VTA enigszins flexibel. Niet alle platen zijn bijvoorbeeld even dik, en daardoor varieert de VTA ook. In het ideale geval kun je de armhoogte regelen (Technics bijvoorbeeld heeft daar op de duurdere draaitafels een mooi systeem voor), anders moet je gaan klooien met plaatjes tussen het element en de headshell. Mijn suggestie is dan ook dat als het op het oog enigszins recht is, het goed genoeg is. In een later stadium kun je hier verder mee klooien.

Dan is er nog de fouthoek, de manier waarop het element in de arm bevestigd zit. Dat is een priegelig werkje waarbij de naald stuk zou kunnen gaan. Om die goed af te kunnen stellen heb je een afstelmal nodig, een vaste hand, ruimte en goed licht. Hoewel dit een hele belangrijke afstelling is die je zelf kunt doen adviseer ik je dit door iemand anders te laten doen. Gratis afstelmallen en theorie is hier te vinden (Engelstalig): http://www.vinylengine.com/cartridge-alignment-protractors.shtml



Als je toch een poging wil doen beschrijf ik hier hoe je het dat doet.

Accessoires

Om het beste uit je platen en platenspeler te halen (en om nog meer geld te verliezen) kun je veel, heel veel accessoires kopen. Een aantal nuttige accessoires is een platenborstel, een naaldborsteltje (of beter: naaldvloeistof + kwastje), een naaldkrachtweger en een stroboscoopring.

De platenborstel (zo rond de 15 euro) is een borstel met carbon haren die je een paar omwentelingen licht op de plaat houdt om stof te verwijderen. Let op: gebruik de platenborstel niet terwijl de naald al op de plaat staat, maar bij voorkeur voordat je de plaat gaat spelen. Met een naaldborsteltje (paar euro) verwijder je stof van de naald (voorzichtig! Van achter naar voren, vooral niet te hard drukken!). Een naaldkwast met vloeistof (rond de 15 euro) (bestaat vooral uit alcohol, maar smaakt beroerd) doet hetzelfde, maar maakt beter schoon.

Een naaldkrachtweger is gewoon een klein, digitaal weegschaaltje dat meestal tot een gram of 10 weegt, met een nauwkeurigheid van 1/100e gram. Hoewel de afstelling met het gewicht meestal tot op een 1/10e nauwkeurig is, kunt je met zo’n weegschaaltje er het maximale uithalen. Kosten: rond de 25 euro.

Een stroboscoopring tenslotte is een ring waar streepjes of stipjes op staan. Als die stil lijken te staan, draait de draaitafel op de juiste snelheid. Hier is een gratis exemplaar te vinden: http://www.vinylengine.com/strobe-discs.shtml

Zelf afdrukken op 100% grootte en voor de stevigheid op karton plakken en daarna uitknippen of -snijden.

Voor meer informatie over sroboscopen en hoe je je platen en naald het best kunt schoonmaken, zie hier.



Waar op te letten bij aankoop?

Als je een draaitafel hebt gevonden via Marktplaats of 2dehands.be, zorg dan altijd dat je kunt luisteren. Als dat niet kan: niet kopen. Misschien is de verkoper ter goede trouw en de draaitafel in prima conditie, maar de kans is groter dat er iets mis mee is.

Als je dan bij de verkoper bent, let op de volgende zaken: is de stofkap heel? Dat er krassen op zitten is geen probleem, zelfs een barst hoeft geen probleem te zijn. Als de scharnieren zijn gebroken of uit de kap gescheurd zijn is dat wel een minpunt. Je kunt de draaitafel nog wel gebruiken maar moet de kap er telkens afhalen en weer terugzetten. Als de draaitafel verder goed werkt kun je dit gebruiken om af te dingen.

Als de draaitafel er verder stoffig uitziet is dat geen probleem. Als de verkoper rookt kan dat wel een probleem zijn. Het teer gaat niet alleen op de draaitafel zitten maar ook in de elektronica en in het element. Dat is een extra risicofactor.

En dan het functioneren. Let erop dat de draaitafel binnen een paar seconden op de juiste snelheid is. Veel draaitafels hebben een stroboscoop: dat is een lampje dat op een rij stipjes schijnt. Als de stipjes stil lijken te staan, draait de platenspeler op de juiste snelheid. Als de draaisnelheid zweeft, dus niet constant is, kan dat betekenen dat de snaar is uitgerekt. Bij een direct-drive draaitafel kan de elektronica stuk zijn, maar het kan ook zijn dat de potmeters van de pitch (fijnregeling, mits aanwezig natuurlijk) vies zijn, Dat is makkelijk op te lossen (zie hier hoe je potmeters kunt schoonmaken). Een beetje een gok dus zonder meteen te gaan schroeven en te breken.

Luister of het geluid zuiver is met heldere hoge tonen zonder scheurend bijgeluid. Laag moet strak zijn en niet één dof gedreun en stemmen moeten goed verstaanbaar zijn (als het geen death metal is natuurlijk). Als dat allemaal goed is, is de naald in ieder geval in redelijke staat.

Let ten slotte op of het mechanisme goed werkt: slaat de arm op het einde af? Gaat de lift goed omhoog en naar beneden? Als de arm aan het einde teruggaat, gaat dat in één soepele beweging of met horten en stoten?

Als dat allemaal goed is: betalen en wegwezen. Probeer bij het vervoer de draaitafel zo horizontaal mogelijk te houden. Als dat niet lukt: verwijder het contragewicht van de arm en haal het plateau eraf, dat spaart de lagers van de arm en het plateau. Zorg dat de arm goed vast zit aan de armsteun, desnoods met een tiewrap. Zet hem thuis neer zoals hierboven beschreven, stel hem eventueel af en voila: geniet van het wonder dat een stuk steen dat over een stuk kunststof wordt gesleept zulke mooie klanken kan voortbrengen.

Een hoop informatie. Als je wil weten wat DE BESTE platenspeler is: zie hier. En lees meteen even door zodat je weet welke draaitafels je zeker NIET moet kopen.

Bron: https://michielvanzaane.wordpress.com/2015/07/13/platenspelers-wat-en-hoe/
« Laatst bewerkt op: 17 juni, 2018, 20:27:48 door BlackMonk »